Versterken van de onderstroom

Nu steeds duidelijker wordt dat niet alleen de financiële wereld haar systematiek op de aanname van ongebreidelde groei baseerde, maar dat wij, gewone mensen, dit mogelijk hebben gemaakt, is het niet vreemd dat we nog steeds de crisis niet te boven zijn.

Wat zien we?

De financiële crisis duurt al vijf jaar en heeft alles te maken met een groeifilosofie van ongebreidelde woekering. Deze filosofie gaat er vanuit dat speculatie op vanzelfsprekende, financiële groei zonder dekking of tegenprestatie – een ultiem teken van luiheid dus – goed, juist en acceptabel is. Nu steeds duidelijker wordt dat niet alleen de financiële wereld haar systematiek op deze aanname baseerde, maar dat wij, gewone mensen, dit mogelijk hebben gemaakt, is het niet vreemd dat we nog steeds de crisis niet te boven zijn. Het lage consumenten- en producentenvertrouwen is slechts een oppervlakkige constatering. Daaronder zit de laag van angst, onzekerheid over hoe we zelf waarde kunnen toevoegen, hoe we kunnen breken met de oude routines die gebaseerd zijn op vanzelfsprekende materiële groei. Angst gaat over in boosheid en richt zich minder op ons zelf, maar primair op de omgeving, op Europa, op Polen, Roemenen en Bulgaren en als dat ook niet helpt op onze leiders die geen leiding geven. En daar zit natuurlijk ook wel iets in. Onze leiders praten in abstracties, in beleidstermen, zijn bang voor de ervaringen en emoties van de straat en zijn ook niet in staat om een wenkend perspectief te schetsen, voornamelijk omdat het hebben van een visie vies is en – ten onrechte - geassocieerd wordt met de absolute maakbaarheid van de toekomst waar elk individu aan ondergeschikt is.

 

De crisis dat zijn we zelf

Waarom de crisis zo lang duurt, heeft vooral met onszelf te maken, met het kwartje dat nog niet gevallen is. Niet in de politiek, niet in organisaties, niet in onszelf. We geven nog steeds de schuld van afnemende welvaart aan anderen, we hebben nog steeds niet door dat we op een zeepbel leven, dat we schulden hebben, dat we kiezen voor het korte termijn gewin, dat we denken autonoom te zijn en niet afhankelijk van wie dan ook. Kortom: onze crisis, die als financiële crisis is begonnen, krijgt steeds meer trekken van een alomvattende beschavingscrisis, waarin we niet meer weten wat waar is en van waarde is, waarin we niet meer vertrouwen op onszelf en al helemaal niet op anderen en waarin we stelselmatig kiezen voor oud routinematig gedrag dat dateert van decennia geleden. We lijken het spoor bijster, omdat we niet zien wat gezien kan worden: de contouren van een nieuwe tijd.

 

De verandering zit in onszelf

Wie denkt met een cultuurpessimist te maken te maken heeft het mis. Wel is het zo dat mijn recente persoonlijke geschiedenis heeft geleid tot een kritische analyse van politiek, maatschappij en organisatie. En daaruit afgeleid en een nieuwe eigen koers voor de toekomst. In mijn eigen ontwikkelingsproces van de afgelopen jaren heb ik afgerekend met wat ik ben gaan noemen de ‘luie bovenstroom’. Daarmee bedoel ik: een invulling van samenleving en organisaties, die zich baseert op georganiseerd ‘neen zeggen’, op wantrouwen, controle, angst, onzekerheid, concurrentie en egoïsme. Maar ook op mooie verhalen, afvinklijstje met doe-dingen, deelbelangen, korte termijnperspectief, een overkill aan data en activiteiten en op een onmetelijk groot gat tussen woord en daad. De luie bovenstroom geeft niet echt om mensen, kan niet delen en samenwerken, is niet in staat om creatief met minder meer (en nieuwe dingen) te doen. Zij is ook niet in staat om door te groeien naar eenvoud en de ‘basics’ van het leven. Toch zijn er mooie, ontwapenende, overtuigende dingen te zien, die helaas nog onvoldoende zichtbaar worden, doodeenvoudig omdat we de verkeerde bril op hebben. De oude bril afzetten en de nieuwe bril op, dat is de paradigmashift die nodig is.

 

De onderstroom komt boven

De onderstroom, die er is maar zelden ‘het nieuws bereikt’, interesseerde mij veel meer: hoe kun je zorgvuldig omgaan met al die ‘resources’ waarover we beschikken, maar die we niet (adequaat) gebruiken? En dan gaat het niet alleen - en juist niet in de eerste plaats - om economisch-materiële bronnen, maar om mensen als bronnen van ontmoeting, kennis, innovatie en verandering en om natuur en cultuur als onuitputtelijke bronnen van energie, inspiratie en veerkracht. Het gaat dus niet om bezit, hebben of eigendom, maar om te zijn, te maken en te worden wie je eigenlijk al bent. En het gaat natuurlijk om optimaal gebruik te maken van de bronnen die er zijn. Mijn gegroeide bewustzijn van hoe het is en hoe het kan zijn bracht mij bij de existentiële vraag wat ik kan bijdragen aan de doorbraak van de onderstroom die boven komt, omdat we nieuwe keuzes moeten gaan maken.

Terug...

^ Naar boven