Leren voor morgen, leren van morgen

Woensdag 25 september 2019 bleek een bijzondere dag te zijn. Namens onze wooncoöperatie Ecowijk Brundtland togen Irene van Haaren en ik naar het Tropeninstituut in Amsterdam, de plek van handeling van de SDG Action Day. Deze stond, in het teken van het verbinden van generaties. Vandaag stond de vraag centraal: waar staan we nu, wat is de routekaart naar 2030, waar liggen kansen en wat kunnen we zelf doen? Bijzonder voor mij aan deze dag was dat duidelijk wordt dat zo veel jonge koplopers aan het innoveren zijn en ons de weg kunnen wijzen naar de toekomst. 90% van de aanwezigen was jong en werkt met veel energie en overgave aan een transitie agenda. Dat is bemoedigend en het zette mij aan het denken hoe we als initiatiefnemers nog meer voor en met jongeren kunnen werken aan een levensvatbare, gezonde en duurzame ecowijk.

 

Ik had bewust gekozen voor deelname aan twee werksessies, waarin onderwijs, ontwikkeling en levenslang leren centraal stonden. In termen van de Verenigde Naties met haar programma ‘Our common future’ ging het dus vooral om het 4e duurzame ontwikkelingsdoel. Het gaat daarbij niet alleen om het verzekeren van gelijke toegang tot kwaliteitsvol onderwijs en het bevorderen van levenslang leren, maar – ruimer - om ontwikkeling en burgerschapsvorming. Namelijk om duurzame ontwikkeling van een levenswijze, waarin respect doorklinkt voor mensenrechten, gendergelijkheid, een cultuur van vrede en geweldloosheid, culturele diversiteit, wereldburgerschap en een inclusieve, doeltreffende leeromgeving. In feite onderscheidt dit vierde duurzame ontwikkelingsdoel zich van de meeste andere dat het niet (alleen) verwijst naar materialistische en op basisveiligheid gerichte voorzieningen. Neen, het gaat echt om het ontwikkelen van een hoger bewustzijn, waarin individuele en collectieve waarden in balans worden gebracht. In die zin zijn leren en ontwikkelen essentieel voor het behalen van resultaten voor andere doelstellingen.

 

De Coöperatie Leren voor Morgen[1], landelijk coördinator SDG 4, daagde ons uit na te denken wat we onder ‘circular skills’ zouden kunnen verstaan en gebruikte dat als opstap naar ‘the whole school approach’. We kwamen er achter dat circulariteit met verschillende zaken te maken heeft, zoals integraliteit, hergebruik, burgerschap, impact van handelen op de omgeving, etc. Precies die elementen staan ook centraal in de methode die de Coöperatie hanteert richting scholen bij het samenstellen van een curriculum, het vormgeven van het leerproces, het inrichten van de leeromgeving, bijscholing en de samenwerking met lokale stakeholders. Kortom: ‘the whole school approach’ is dus niet een paar uur lesgeven over duurzaamheid op de vrijdagmiddag, maar een samenhangend programma voor de hele week. De ontwikkeling van skills beperkt zich dus niet alleen tot harde vaardigheden als materiaalkennis en afvalscheiding, maar ook tot kritisch denkvermogen en zogenaamde zachte, normatieve vaardigheden met een zware morele component. Ervaringen in het MBO in de bouw zijn positief. Circulair bouwen, met een materiaalpaspoort, bouwen met afval, effectief samenwerken, werken in de context van het gebouw en een dienst- in plaats van product businessmodel zijn zo wat elementen van een systeemaanpak. Doel van de Coöperatie is om circulariteit en circulaire vaardigheden in elke economische sector te onderzoeken en te ontwikkelen. Het maken van fouten is onvermijdelijk en wordt gezien als een bijdrage aan het vergroten van het bewustzijn.

 

In de middag bezocht ik een sessie over jongerenparticipatie. Sinds 2018 hebben de nationale jeugdraad van Nederland (NJR) en Social Finance.nl zich verbonden aan het mogelijk maken van de zogenaamde maatschappelijke diensttijd (MDT) voor jongeren van ruwweg 14 tot 27 jaar. Doelen zijn kansen bieden aan jongeren, hulp te bieden bij oriëntatie op de toekomst, voorkomen van eenzaamheid en leerervaring opdoen. In dat jaar dat het netwerk bestaat zijn er al 10.000 die meedoen en via een Jongerenpanel kennis uitwisselen met elkaar. Bovendien zijn al 75 proeftuinen geopend en de ervaringen van de jongeren zelf zijn zeer positief. Ze hebben het gevoel dat ze een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. De maatschappelijke diensttijd kent een minimumtijd van 80 uur met een maximum doorlooptijd van 6 maanden. Uitgangspunt is ‘de mens centraal’ en dat wordt zichtbaar in ontmoetingen, talentontwikkeling en het ontwikkelen van maatschappelijke betrokkenheid bij het realiseren van maatschappelijke doelen. Je zou de maatschappelijke diensttijd kunnen zien als een grensgebied tussen sociale, psychologische en economische ontwikkeling. Met in principe alleen maar winnaars. Hoewel de officiële start van MDT pas volgend jaar is, is de animo nu al groot en zijn de resultaten positief.

 

Wat heeft deze bruisende dag in het tijdelijke SDG house in Amsterdam voor mij betekend? Wat is me opgevallen en kan onze eigen wooncoöperatie er misschien nog wat mee? Het belangrijkste wat mij is bijgebleven is de enorme energie die deze dag gaf. Dat kwam vooral door de inbreng van het jeugdige publiek. Ik dacht echt bij mijzelf: als de toekomst in handen ligt van deze mensen dan gaan we de goede kant op. Een geruststellende gedachte, die ook verwoord werd richting minister Kaag die namens Nederland de klimaattop in New York bijwoonde en via een telefoonverbinding even kort werd bijgepraat over deze dag. Verder zat ik ook te denken om als onze plannen voor de landing van onze wooncoöperatie concreter worden meer samenwerking te zoeken met potentiële netwerkpartners als de Coöperatie Leren voor Morgen, de nationale Jeugdraad en Social Finance.nl met als doel meer met en voor jongeren te doen vanuit de werkelijke overtuiging dat de jeugd de toekomst heeft. De insteek zou meer kunnen zijn dan alleen leren voor morgen. Misschien is samen leren van morgen, namelijk hoe kunnen we al doende de toekomst dichterbij brengen, minstens zo’n grote uitdaging.

 

[1] Het gaat om een netwerk van organisaties die zich inzetten voor leren voor duurzame ontwikkeling, binnen en buiten het onderwijssysteem, van peuter tot professional. De visie is gebaseerd op de aanname dat de overige 16 duurzame ontwikkelingsdoelen zonder onderwijs niet gerealiseerd kunnen worden.

 

Terug...

^ Naar boven