Chaos en samenhang

               

Anselm Kiefer groeide op te midden van de brokstukken van kapot geschoten huizen en bouwde als jongetje van dat puin nieuwe bouwsels. Hij creëerde uit het Niets, het nietige, het materiële iets nieuws, iets dat zin gaf en betekenis verleende. Dit vormt de rode draad door zijn bestaan als kunstenaar en als mens: het verbinden van het materiële en het geestelijke. In de materie zit het geestelijke al besloten en – omgekeerd – het geestelijke ontvouwt zich in de materie. De kracht van zijn werk is dat vanuit de vernietiging weer iets nieuws ontstaat en dat geleidelijk aan de creatieve kracht weer de overhand krijgt. Heel veel werk van Kiefer refereert aan strijd, oorlog en vernietiging. Het is groot en krachtig, imponeert en maakt juist daardoor indruk. En dit is ook wat hij met zijn werk wil zeggen. Her-denken is nodig, telkens weer, om te herinneren wat oorlog kapot maakt en tekenen van zingeving uitvlakt, alsof iets nooit bestaan heeft. Her-denken betekent dus her-inneren, afdalen in het verleden van jezelf, je land, je cultuur. Dat reflectieve is volgens hem nodig om weer ‘heel’ te kunnen worden, niet alleen om te beseffen wat er heeft plaatsgevonden, maar ook om daarvoor met terugwerkende kracht verantwoordelijkheid te nemen.

 

Terwijl de naoorlogse kunst zich losmaakte van z’n geschiedenis en zich uitte in een vloedgolf van expressiviteit, bouwde Kiefer nijver aan een mix van thematisch-figuurlijk werk met een materiële basis van aardse grondstoffen. Zijn werk werd zo tastbaar èn aanschouwelijk. Voor de eerste jaren na WO2 was dat voor politiek èn kustwereld waarschijnlijk te confronterend, omdat de oorlog immers voorbij was en niets meer hoefde te herinneren aan de gruwelijkheden die hadden plaatsgevonden. De blik was naar de toekomst gericht. Kiefer stelde zich daarentegen de vraag naar beschaving. Het verleden moest, volgens hem, onderkend worden om te voorkomen dat de geschiedenis zich zou herhalen. Daarmee heeft hij jaren daarna, toen de tijdgeest wel rijp was voor herinnering en reflectie, veel bijgedragen aan een allengs groeiende behoefte van het na-oorlogse Duitsland. Een hele diepe behoefte in het politieke bestel van Duitsland werd hier vorm en inhoud aangegeven door openheid te propageren. Dat wil niet zeggen dat zijn werk moralistisch is, in de zin dat het laat zien ‘hoe het wel zou moeten’. De kracht van zijn werk is nu juist dat je door de thematiek, omvang, grondkleuren en het gebruikte materiaal meegenomen wordt, zo er al niet ingezogen wordt. Ondanks veel associatieve wendingen van tekst en beeld in zijn kunstwerk leer je door goed te kijken te begrijpen wat Kiefer heeft ‘bezield’.

 

De vraag, hoe Kiefer als Duitser en als kunstenaar tegen oorlog, vernietiging en chaos heeft aangekeken is hiermee voor een groot deel beantwoord.Toch is nog niet alles gezegd. Oorlog als thematiek, vernietiging als basis voor nieuwe vormgeving en chaos als ruimte voor de geest hebben zich in zijn werk, in zijn wonen, in zijn leven verbonden tot een unieke microkosmos, die correspondeert met de macrokosmos. Kiefer’s uitspraak “Als er te veel orde is, is er geen leven; als er te veel chaos is, is er geen samenhang” geeft goed weer hoe hij steeds zoekt naar een gouden weg tussen sturen en gestuurd worden. Hij bedoelt daarmee te zeggen dat tijdens het proces van creatie een idee steeds concreter wordt. Elk object of elke constructie streeft z’n eigen leven na en zo transformeren subject (de kunstenaar met zijn ideeën) en object (hetgeen waar de kunstenaar mee bezig is) via – wat hij noemt – voortdurende morfogenese: iets krijgt vorm en de werkelijkheid ontvouwt zich geleidelijk met vallen en opstaan, door bovenmatige inspanning en tijdenlange rust. Inspiratie ontstaat dus niet heel klassiek gedacht doordat het idee zich opdringt aan de materie en deze daarmee tot afspiegeling van de geest wordt. Neen, object en subject, materie en geest zijn in één ecologische kringloop opgenomen. Wat in de materie ligt, krijgt een spirituele lading mee en wordt als het ware ingekleurd door Kiefer (met zijn eigen geschiedenis, kennis, ervaring en interessen).

 

Deze weg tussen sturen en niet-sturen toont ons iets over hoe Kiefer tegen de werkelijkheid of het zijn van de dingen (ontologie) aankijkt. De kunstenaar, hijzelf, maakt deel uit van een continu transformatieproces waarin vernietiging en vernieuwing elkaar steeds weer oproepen. De kunstenaar verandert door het kunstwerk en het kunstwerk wordt steeds explicieter (Sloterdijk) door de gedachtevolle handelingen van de kunstenaar. Van een klassieke subject-objectscheiding is dus geen sprake: de werkelijkheid vormt de mens en de mens vormt de werkelijkheid, juist omdat hij er niet tegenover staat, maar in ondergedompeld is. Begrijpelijk dat voor Kiefer ook niet altijd duidelijk is wanneer gestuurd moet worden en wie of wat moet sturen.

 

Juist dit thema is erg relevant voor deze tijd, die vaak als chaotisch wordt getypeerd, waarin wij ons ternauwernood of niet weten te handhaven omdat we de richting van ons voortbewegen niet kennen c.q. willen kennen. We kennen Kiefer’s diagnose van de huidige tijd niet exact, maar met de nodige voorzichtigheid kunnen we wel een paar aandachtspunten en handelingsperspectieven destilleren uit zijn denken: 1) zie de vernietiging van de natuur als aansporing om op een hoger bewustzijnsniveau te komen en daarmee tot een integratie van mens en natuur, 2) durf los te laten, kijk wat er gebeurt en pak daarna de draad weer op, 3) laten we ons bevrijden van waar we altijd in geloofd hebben door af te dalen in de donkere krochten van onszelf, dan ontstaat energie om vorm te geven aan een nieuwe toekomst.

 

Terug naar de relatie van 75 jaar bevrijding van ons land en Kiefer die 75 jaar wordt. Wat hebben die beide gebeurtenissen nog meer met elkaar te maken? Het zou wel eens kunnen zijn dat de oorlog echt voorbij is als we stil staan bij ons eigen verleden: wat hebben we laten lopen en wat hebben we niet onder ogen willen of durven zien en wat kunnen we daarvan leren voor de toekomst?

Kiefer heeft daar kort na de oorlog een aantal indringende en provocerende schilderijen (bv. Hitlergroet vanuit de bergen) over gemaakt, die hem toen niet in aan dank werden afgenomen. Later gelukkig wel. Koning Willem Alexander heeft daar een paar behartenswaardige dingen over gezegd, refererend aan zijn eigen familiegeschiedenis. In stilte stilstaan bij ons eigen handelen kan ons helpen het gevaar voor oorlog en ontwrichting, dat altijd weer teruggrijpt op ons eigen gelijk, in te dammen. Dat vereist nuancering naast verblindende openheid.

Terug...

^ Naar boven