Zuurstof na de gaslucht

Om te beginnen was daar het bericht in het dagblad Trouw dat onderzoek had uitgewezen dat zeven op de tien Nederlanders een ‘groenere levensstijl’ overwegen, maar in hun gedrag afwachten, wachten op anderen. Klimaat en groen zijn gespreksonderwerpen, men kent de problemen, twijfelt zelfs niet aan de opties om deze te verminderen en voelt zich betrokken, maar wijst toch nog vooral eerst naar anderen (overheid en bedrijfsleven) voordat men zelf in actie komt. Kortom, de intenties lijken er te zijn, maar het echt doorleefd afscheid willen nemen van oude vertrouwde routines en patronen is er nog niet. De krant spreekt daarom van een klimaatspagaat. De opdrachtgever van het onderzoek, het Klimaatverbond, besluit het artikel met twee interessante conclusies. Allereerst is onbekend wat er al allemaal aan initiatieven en experimenten plaatsvindt, die tot nu toe om onbekende redenen onder de radar blijft. Daarnaast zijn de komende gemeenteraadsverkiezingen een interessant moment om duurzaamheid te agenderen.

 

Dat veranderen moeilijk is, is op zichzelf begrijpelijk en niet zelden gebaseerd op een sterk overlevingsmechanisme totdat de emmer dreigt over te lopen en we ons dan pas echt bewust worden van het gevaar en de noodzaak dat het ècht anders moet. Dat is momenteel aan de hand in Groningen, waar de gaswinning leidt tot onveiligheid van een grote groep medelanders. Op de achterzijde van bovengenoemd artikel gaat het over die emmer die overloopt, over de noodzaak van verandering en over hoe complex en moeilijk veranderen is. Wat is die overlopende emmer, wanneer en van wie loopt die over?

 

Gaswinning heeft Nederland de afgelopen rijk en onafhankelijk gemaakt. Onze economie is voor een groot deel rond gas gebouwd: een enorme export naar het buitenland, een kolossaal vertakte infrastructuur die bijna elk huis in ons land bereikt, een industrieel complex dat ‘draait’ op gas en veel werkgelegenheid biedt. Kortom: een vanzelfsprekend geworden welvaart, maar waarvan de risico’s onvoldoende zijn meegenomen en meegewogen. Iedereen verblind door de eurotekens in de ogen. En dan: de eerste rommelingen onder de grond, een ontkiemend besef bij Groningers uit het wingewest dat er iets grondig mis is. Signalen die steeds sterker worden en zichtbaar zijn op de schaal van Richter. De diepte signalen komen naar de oppervlakte en wat gebouwd is, begint scheuren te vertonen. Zo sterk dat ook het veiligheidsgevoel – de basisbehoefte aan zekerheid – wordt aangetast, wat niet alleen leidt tot assertief gedrag bij de direct en minder direct betrokkenen, maar ook tot angst en een afnemend psychologisch welbevinden. Echter, rijksoverheid en bedrijfsleven, onderschatten de natuurkrachten en de boosheid van de regionale bevolking en vertonen weifelachtig en dubbelzinnig gedrag. Deze twee krachten nemen grote proporties aan en hebben effect op de manier waarop burgers gaan aankijken tegen overheid, bedrijfsleven en leiderschap. De rijksoverheid die eerst nog probeert ‘gaten te stoppen’ door geld te investeren in het opkalefateren van beschadigde woningen, maar er langzaam maar zeker achter komt dat sprake is van een serieus probleem en beseft dat haar legitimiteit onder grote druk staat. Een overheid die tegelijkertijd beseft dat heel veel mensen en organisaties op gas zijn aangewezen om te kunnen overleven. Het bedrijfsleven, dat lange tijd met succes heeft vertraagd en getraineerd, erop speculeert dat de zwarte wolk wel overtrekt en steeds de overheid wijst op het nakomen van afspraken over gaslevering aan het buitenland.

 

Als we het hebben over leiderschap, wat zegt Groningen over ‘regeren is vooruitzien’? Helaas, bitter, weinig. In het korte termijnbelang en het vanzelfsprekende ‘bezit’ van fossiele brandstof hebben overheid, bedrijfsleven en bevolking elkaar steeds weten te vinden. Tot dat de emmer overloopt en de bevolking zich naar de signalen van de natuur voegt.

Op dat moment beseft het bedrijfsleven dat haar imago geschaad wordt en wordt gedacht aan financiële schadetoekenning aan de regio. Maar wat betekent ‘het incident Groningen’ voor Shell en Exxon wereldwijd? Waarschijnlijk weinig: de winsten verdwijnen toch vooral in de zakken van de aandeelhouders en gaan niet naar milieu en stakeholders.

Wat betekent het voor de rijksoverheid? Men begint schuld te bekennen en beseft dat het rommelen in de grond tot stilstand gebracht moet worden, dat groeiende delen van de bevolking in opstand komen. Maar wat betekent ‘het incident’ voor het toekomstige gedrag van de overheid? Wat betekent het voor de implementatie van het klimaat akkoord van Parijs? Wat betekent het voor principiële investering in innovatie van de energiesector, circulaire economie, gedragsbeïnvloeding, opvoeding en onderwijs? De tijd zal het leren, maar niet uitgesloten moet worden dat voorlopig nog weinig geleerd wordt. Als we weer even terugbladeren in Trouw dan weten we het weer. Binnen de Europese Unie staat Nederland met duurzame energie bijna onderaan. Alleen Luxemburg scoort slechter.

 

En hoe is het gesteld met het leiderschap van de bevolking? Blijven we bij ditzelfde artikel, dan is duidelijk dat zelfsturing, dat wil zeggen: breken met het verleden en omarmen van de mogelijkheden die zich voordoen naar de toekomst, nog weinig beproefd wordt. De schuld wordt nog te gemakkelijk weggelegd bij anderen – overheid en bedrijfsleven – terwijl men zelf al veel kan doen en zich ook zelf kan organiseren.

 

De toevalligheid wil dat mijn vrouw en ik op de avond voorafgaand aan het verschijnen van deze krant deelnamen aan de tweede bijeenkomst van de pas opgerichte coöperatie ‘Ecowijk Breda’. Vorig jaar was de aftrap en werd geconstateerd dat veel mensen op een andere manier naar hun toekomst kijken: niet iedereen op zich in een eigen huis met hypotheek, in een omgeving die al gepland, ingevuld en voor-gestructureerd is. Maar anders. Dat wil zeggen, naar eigen smaak, met mensen die ook bewust in het leven staan, idealen hebben en iets voor elkaar willen betekenen, in een schone, energie-neutrale context. Alleen, die wijk is er nog niet. Een optie daarop in een aantrekkelijk gebied is er wel, maar die grond moet worden verworven met onzeker resultaat of wel voldoende massa kan worden gecreëerd om het politieke bestuur mee te krijgen. In elk geval hebben de drie initiatiefnemers het afgelopen jaar met steun van anderen veel voor elkaar gekregen en een visie op ‘nieuw samen’ ontworpen. Dat nieuwe samen betekent niet alleen samen wonen, maar ook samen ontwerpen, ondernemen, het project ontwikkelen en beheren.

De tweede bijenkomst was een groot succes: een grote opkomst, een enorm enthousiasme en veel positief kritische vragen. En toch proefden we ook weer die vermaledijde twijfel, omdat er geen garanties zijn dat de investering in geld (het inschrijfgeld en de maandelijkse bijdragen) en tijd aan de coöperatie uiteindelijk ook zullen resulteren in een beoogde woning en voorzieningen in de groene en gezonde omgeving. Een aantal mensen vroeg zich openlijk af of ze in staat en bereid zijn af te stappen van hun oude ideaalbeeld van het verleden – huis, eigen tuin, afrastering – en of ze de onzekerheid over het slagen van hun zelf/samen te ontwikkelen plannen wel durfden toe te laten.

 

Ja, veranderen is moeilijk; het gaat over zelf-leiderschap en samensturing. Durven we dat, durven we eigen verantwoordelijkheid te nemen voor onze eigen toekomst, ook al is die allerminst zeker. Zijn we in staat tot transformatie, bewust en geïnspireerd investeren in de mogelijkheid datgene te realiseren dat ons voor ogen staat? Mijn intuïtie zegt dat dat inderdaad het geval is, dat steeds meer mensen na gerede twijfel het heft in eigen handen nemen en zelf verantwoordelijkheid durven nemen. Wat zou het mooi zijn als de Groningers het smartegeld dat ze tegemoet kunnen zien niet alleen investeren in eigen huis en haard, maar ook in het gebied en van de zwarte economie een groene economie maken. De pers kan daar ook een rol in spelen.

Terug...

^ Naar boven