Een onsje serendipiteit graag

Serendipiteit is een begrip dat nog maar betrekkelijk kort geleden in de bèta en later in de gammawetenschappen is gemunt en inmiddels vooral in de organisatie advieswereld vaak wordt aangehaald, omdat het associeert met lateraal denken en ‘ernaast kijken’. Een goede reden om er juist daarom geen aandacht aan te besteden. Ware het niet dat juist dit denken en op deze manier van kijken zo centraal staan in ons half-open programma dat we met de cursisten zelf interactief vormgeven en waarin denken en doen voortdurend op elkaar worden betrokken. De situatie van halve openheid verwijst enerzijds naar het doel van de cursus om bewustzijn te kweken voor de noodzaak van transformatie en transfiguratie. Anderzijds staat het programma open voor het onverwachte. Het daar toch op bedacht zijn kenmerkt de wijze waarop wij met elkaar bezig zijn. Het komt overeen met wat Van Andel (“Serendipiteit, de ongezochte vondst”) noemt: de kunst om een ongezochte vondst te doen. In ons sociale laboratorium experimenteren we zonder vooringenomenheid en trainen we vooral op goed waarnemen, goed kijken en goed luisteren. Door het scheppen van de goede condities in een inspirerende en tegelijkertijd rustige omgeving dragen we bij aan het vinden van creatieve analyses en brokjes oplossingen, die we van tevoren niet of niet op die manier hadden kunnen bedenken. Juist dit onverwachte is cruciaal voor visionair actie- en (zelf)onderzoek. De tip van Van Andel om één oog open te houden voor gezochte vondsten en één oog voor ongezochte vondsten spreekt ieder van ons aan. We hebben weliswaar een basisidee en een koers, maar door de open onbekende toekomst is niet duidelijk of het idee en de uitwerking van de participanten kans van slagen hebben. Het tijdens de cursus centraal stellen van enigma’s, anomalieën, paradoxen, noviteiten of dilemma’s is spannend omdat het onverwachte bij de kop wordt gepakt en van alle kanten wordt bekeken en getoetst op z’n potentiële bruikbaarheid. Het komt er op neer dat we tijdens de cursus op zoek zijn naar iets dat we niet vinden en daarbij iets ontdekken dat we niet zoeken. Door met volle overtuiging in het gat van de onzekerheid te springen zullen we de komende maanden stuiten op onverwachte en onverdachte zaken waar we op het moment zelf besluiten iets mee te gaan doen.

 

Wij sluiten aan bij de verwondering, want dat is de eerste stap op weg naar ontdekking. Na de verwondering komt de vraagstelling. Het verzinnen van een goede vraagstelling door de cursist is weliswaar essentieel voor een goede oplossing, maar het kan zo maar zo uitpakken dat de oplossingsruimte groter wordt door ook de vraagstelling te verruimen. In dat interactieve proces van rolgebonden dialoog zal blijken of de vraagstelling voldoende aanknopingspunten geeft voor probleemoplossing. Waar wij ons voor zullen hoeden is het volledig focussen en concentreren op dat wat we vooraf zeggen te willen onderzoeken, omdat daarmee zaken aan onze aandacht kunnen ontsnappen, zelfs als die belangrijker zijn dan wat we ons hadden voorgenomen. Kortom: de kern van de cursus is om los te komen van beelden, patronen, routines en vooringenomenheden om juist daardoor de kern te raken. Serendipiteit begint, waar het plan eindigt.

 

Wanneer we er van uit gaan dat ons experiment slaagt - en dit vertrouwen is niet helemaal onterecht -, dat onze cursisten co-creatoren worden en uitvinders van hun eigen toekomst en die van hun organisatie dan is dit ook voor ons zelf een aansporing. Een aansporing om nieuwe opdrachtgevende partners te vinden en hen te verzoeken het pad van de serendipiteit te betreden. Het opent luiken, enthousiasmeert en stimuleert om buiten de gebaande paden treden. Een onsje serendipiteit toevoegen aan het dagelijkse gerecht van de routines doet wonderen en houd je bij de les.

Terug...

^ Naar boven