Kunst oefent uitstel

Zoals wetenschap ernaar streeft om het onkenbare kenbaar te maken, zo streeft de kunst ernaar het onzichtbare zichtbaar te maken. Beide zoeken dus naar begrip, verheldering en creativiteit. Terwijl wetenschap in de afgelopen eeuwen onze samenleving voor een groot deel bepaald heeft en een ontmythologiserende werking heeft gehad met als gevolg dat alle geheimen opgelost zijn en zin en betekenis zoeken lege hulzen zijn geworden, kan kunst nu juist die mentale ledigheid vullen. Kunst is in staat om abstracte, generale herkenbaarheid tot stand te brengen, waarin de privé ervaringen opgenomen zijn. De essentie wordt gepakt en alle ballast wordt opzij geworpen. Daar is veel discipline voor nodig. Kunstenaars leveren een enorme inspanning om iets bijzonders te maken dat herkend wordt door de mensen die deel uitmaken van dezelfde cultuur. Zij dragen bij aan de realisatie van een oerbehoefte aan stilte, rust, aan een plaats waar nu juist bewust niet gehandeld wordt. Daarmee staat kunst haaks op de huidige praktijk van directe actie als antwoord op impulsen. Kunst leert ons als het ware te ontsnappen uit die eendimensionale werkelijkheid door te leren kijken, daarvoor tijd te nemen, indrukken te onderzoeken en daarna pas een mening te geven. Pas dan leren we te begrijpen en vinden we een basis voor beter handelen.

 

Daar waar onze samenleving dus vraagt om direct toepasbare kennis op grond van direct meetbaar rendement, oefent kunst uitstel, het vermogen om te wachten met als achterliggend doel: het veraangenamen van het leven. Dat is nu precies waar het in onze tijd aan ontbreekt: het leven is een wedloop en een achtbaan tegelijk; concurrentie en dynamiek zijn de belangrijkste waarden. Tijd om goed te kijken en na te denken is er niet. We lopen onszelf voorbij en leiden slechts zelden een aangenaam leven. Kunst- en filosofie en juist in die combinatie - is in staat meer balans te brengen in ons leven en om van een zogenaamde uitdaging een werkelijke uitdaging te maken. Dat doet zij door onze voorstelling van zaken te verbeteren en tegelijkertijd onze behoeften te temperen, juist door ons even af te wenden van het wereldgebeuren en geconcentreerd te kijken of we de juiste voorstelling van de wereld hebben, of onze belangen zuiver zijn en onze behoeften haalbaar. Samengevat leert kunst ons te reflecteren. Juist dat aspect dat zo kenmerkend is voor kunstenaars, is waardevol voor alle professionals om hun vakbekwaamheid te laten groeien. Onze organisaties bieden te weinig ruimte en maken daar te weinig tijd voor vrij. Zij beseffen onvoldoende dat creativiteit een scheppende kracht is die ons kan bevrijden uit op resultaat gerichte routines die in feite uitgewerkt zijn. Zoals kunstenaars luisteren naar hun materiaal om effect te bereiken, zo zouden organisaties beter moeten luisteren naar de kwaliteiten die aanwezig zijn en onbenut blijven.

 

Wat is dan de succesformule van kunst en hoe kan kunst organisaties inspireren? Naar mijn gevoel heeft dat vooral te maken met de openheid naar de toekomst. Terwijl organisaties op basis van gevalideerde kennis uit het verleden de toekomst proberen in te kaderen, gaat de kunstenaar een andere weg. Hij durft aan de slag te gaan vanuit het niets in het vertrouwen dat hij in staat is iets te realiseren. Onderweg krijgt hij inzichten en ideeën waarnaar hij niet op zoek was, maar die zich met overtuiging aan hem openbaarden. Het onbekende tegemoet te durven treden en geen zekerheden te hebben voor de toekomst vormen een permanente uitdaging voor de kunstenaar. Deze is in staat om datgene dat zich onderweg voordoet op waarde te schatten en ermee aan de gang te gaan. Als organisaties meer zouden investeren in het zoekproces en het verstand tijdelijk zouden leren uitschakelen, dan zou het zo maar kunnen zijn dat het gevaar voor oververhitting van onze samenleving afneemt en het vertrouwen in de toekomst toeneemt. Hoe paradoxaal: door anders en minder te doen kan de kwaliteit van de samenleving juist groter worden.

 

Wetenschap en kunst hebben zich de afgelopen eeuwen van elkaar verwijderd. Daar waar wetenschap dingen heeft helpen vastleggen en grootschalig heeft helpen organiseren, daar heeft kunst de samenleving ontregelt door de veranderende samenleving ‘binnen te laten komen’ en verontrust door haar de spiegel voor te houden. De initieel kritische en meditatieve functie van wetenschap is dus overgenomen door de kunst.

 

Ik pleit ervoor om het ontwerpende denken, zoals dat centraal staat in de kunst, een belangrijkere rol te laten spelen bij maatschappelijke en organisationele veranderingsprocessen. De tijd is er rijp voor. Dat betekent dat de werkelijkheid met een open blik moet worden beschouwd, dat ontwikkelruimte gecreëerd wordt, dat mislukken onderdeel is van succes en dat leerprocessen geïntegreerd worden in primaire en secundaire werkprocessen. Op die manier kunnen organisaties in het publieke domein medewerkers opleiden tot professionals. Naar alle waarschijnlijkheid zal de grootste opgave zijn om vertraging onderdeel te laten zijn van een inspirerende toekomstvisie en –strategie.

Terug...

^ Naar boven