Mij valt op dat de meeste politici pas na hun ‘politieke’ leven in staat blijken – en durven - iets te laten zien van de waarden waar zij werkelijk voor staan. Daarmee lijkt het alsof het normale politieke leven in een groef van de alledaagsheid vastzit. Met z’n vaste routines, gericht op het aanpakken van maatschappelijke en beleidsmatig vormgegeven vraagstukken. Niet dus, deze minister van het nieuwe en lastige ministerie van LNV, die in 2018 jaar haar toekomstvisie op de samenhang tussen landbouw, natuur en voedselkwaliteit heeft geschetst en vanaf vorig jaar permanent onder vuur ligt van aan de ene kant boze boeren die in hun broodwinning worden aangetast door bijvoorbeeld de stikstofbesluiten en anderzijds die ecologisten die van mening zijn dat de dominantie van de klassieke landbouw doorbroken moet worden. Schouten liet zien dat haar dagelijkse werkpraktijk precies op dat spanningsveld ligt en ook dat zij daarmee worstelt, dat zij de twijfel toestaat zonder vertwijfeld over te komen. Hoewel tijdens de hele avond van de uitzending tal van voor Schouten waardevolle mensen de revue passeren, is de persoon van de sociaal-democraat Sicco Mansholt, oud-minister en eerste Eurocommissaris voor Landbouw misschien we de meest belangrijke voor haar. Juist in deze persoon zag zij haar voorbeeld, omdat de jonge Mansholt de vader was van de grootschalige, gerationaliseerde landbouw om de honger onder de naoorlogse bevolking van Europa te stillen en producten aan te bieden tegen een haalbare prijs voor de consument. Maar allengs werd het Mansholt duidelijk dat het kwantiteitsvraagstuk transformeerde in een kwaliteitsvraagstuk. Namelijk het vraagstuk van de duurzame en samenhangende toekomst, waarin de negatieve effecten van de geïndustrialiseerde landbouw vanaf het begin gemitigeerd of zelfs voorkomen moeten worden. Die transitie die zij bij Mansholt zag, zou zij, denk ik, ook graag bij zichzelf willen zien. Het is de vraag of zij daartoe in staat is. Tot tweemaal toe vroeg Abbring Schouten hoe het dan toch komt dat Mansholt ruim 50 jaar geleden al wist dat de knop om moest en dat dat nog steeds niet gebeurd is. Schouten ontweek de kritische systeemvraag en antwoordde dat een beleid van kleine stapjes nodig is, voorzichtig vanuit de compassie met de boer. Abbring leek hiermee uiteindelijk tevreden, maar nu sloeg bij mij de twijfel toe. Durft de minister, die op papier pleit voor een puike visie circulaire landbouw, waarin deze met natuur en voedselkwaliteit verbonden is, de kern van het ecologische vraagstuk wel te benoemen? Deze komt erop neer dat zowel producent, consument, als tussenhandel denkt vanuit een agrilogistieke logica[1], die ook nog eens verpakt is in een modern kapitalistisch confectiepak. Met dat laatste bedoel ik dat alles wat van waarde is gekapitaliseerd wordt en uiteindelijk terecht komt bij een relatief kleine groep die de ‘meerwaarde’ toe-eigent, waardoor de verschillen in vermogens en kansen groeit in plaats van afneemt. Bovendien wordt steeds meer van hetzelfde (producten, diensten) onder steeds verschillende aantrekkelijke benamingen op de markt gebracht, om de consument te verleiden nog meer te kopen en te suggereren dat deze gebaat is bij ‘keuzevrijheid’. Misschien begrijpelijk vanuit Schouten’s eigen ideologie, het antwoord op waarom er in 50 jaar niets fundamenteels is gewijzigd heeft te maken met onze logica en ons systeem waarin we ingeweven zijn. Kleine stapjes lijken te klein om de landbouwcrisis, de natuurcrisis èn de voedselcrisis op te lossen……..
Wat Schouten wel liet zien en in die zin zou ze in staat moeten zijn werkelijk fundamentele systeemkritiek te uiten, is haar visie op alles wat leeft, inclusief de mens. In de hele avond komt terug dat zij de mens centraal stelt in haar privé en publieke taken en werkzaamheden. Zij hecht aan de menselijke maat, die steeds varieert, maar die haar ook steeds nieuwsgierig naar de ander maakt en de basis vormt voor verbinding, contact, aandacht. Maar ook de natuur is haar ‘dierbaar’, juist omdat ze beseft dat mens en natuur niet zonder elkaar kunnen. Ik besefte dat Schouten het moeilijk heeft met wat we in gewoon taalgebruik verdingelijking noemen[2]. De mens, het dier, landbouwproducten - de natuur – wordt tot ‘ding’ gemaakt waardoor wij er tamelijk probleem- en emotieloos mee om kunnen gaan. De mens Carola Schouten liet zien dat zij waarde hecht aan dingen en aan mensen. Zij zei het niet met zoveel woorden (omdat politici nu eenmaal altijd een bak rotzooi over zich uitgestort krijgen??), maar ze leek te zeggen dat zij dat ook graag van anderen verwachtte. Het is de vraag of de boeren die zich door de politiek en ‘hun’ minister genomen voelen er ook zo over denken. Ik zie vanuit hun positie eerder de neiging tot verdingelijking van Schouten, een pop die uitgejouwd en in brand gestoken wordt.
Daarmee kom ik bij mijn laatste bevinding van het steeds boeiende gesprek tussen Schouten en Abbring: de inspiratiebronnen van Schouten, de waardevolle mensen, de mensen die iets voor haar betekend hebben. Over de dappere visionair Mansholt hebben we het gehad. Ook de Israëlische premier Golda Meir krijgt een aparte plaats, omdat zij door haar twijfel heen besluitvaardig is, daarmee risico neemt en gevierd wordt door de mensen voor wie zij staat. Bono van You Two en de filmmaakster Waad Al-Khateab, die in hun producties de liefde tonen ondanks de twijfels en verzuchtingen over de wereld waarin we leven. Maar vooral ook Jonathan Pryce die in de Two Popes de rol van de latere paus Franciscus op zich neemt en zichzelf als mens niet toestaat de nieuwe paus te worden, omdat hij tijdens de junta van generaal Videla als geestelijke niet in staat bleek een goede vriendin van hem te behoeden voor een misdaad van de machthebbers jegens haar. Schuld zit hem in de weg, maar dat is nu net hetgeen hem menselijk maakt.
Het programma van ruim drie uur bracht mij tot de vraag of Carola Schouten, na hetgeen zij aan woorden en beelden heeft getoond en inzicht heeft gegeven in haar diepste zielenroerselen, een tweede termijn als minister van LNV zou ambiëren. Los natuurlijk van de kans, die gezien de politieke verhoudingen in de Kamer niet groot is. Zou Carola Schouten zichzelf nog een periode van vier jaar toestaan om haar papieren visie te vertalen in de praktijk, om de georganiseerde tegenstand achter haar beleid te krijgen, om te inspireren tot een ander gedrag van burgers, of om zelfs een systeemverandering in gang te zetten? Ik begrijp haar twijfels, ik zou het haar gunnen, ik hoop dat haar inspiratoren haar bemoedigen door te gaan, ik denk dat een diepgaand en verstrekkend veranderingsproces niet iets is van slechts één regeertermijn.
[1] De term is ontleend aan de filosoof Timothy Morton die in zijn boek Dark Ecology (2016) aangeeft dat ons landbouwsysteem dat teruggaat naar 12.000 geleden nog steeds dominant is in ons denken, niet alleen in de landbouw maar in het algemeen. Deze bestaat uit een scherpe scheiding tussen menselijke en niet-menselijke wezens en uit de reductie van veelvormige kwaliteit in eendimensionale kwantiteit.
[2] Filosofen spreken van reïficatie (Latijn: res=ding; facere=maken), dat wil zeggen dat iets, een concept of begrip tot ding of eenheid gemaakt wordt. Waarmee natuurlijk het gevaar voor depreciatie op de loer ligt.